De voor
‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a behoud, herstel en/of ontwikkeling van
het bos en bosgroeiplaats;
b behoud, herstel en ontwikkeling van
de landschappelijke waarden en natuurwaarden;
c (onverharde) paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
e extensief recreatief medegebruik.
Op of in
deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens
eenvoudige voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor
extensief recreatief medegebruik en natuur- en bosbeheer, zoals
informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits de bouwhoogte
niet meer bedraagt dan
Het bevoegd
gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde
in 5.2 voor:
a het bouwen van bouwwerken ten
behoeve van bos- en natuurbeheer, mits:
1
de
bouwhoogte niet meer bedraagt dan
2
de
oppervlakte niet meer bedraagt dan
b het bouwen van jachtstoelen en
jachthutten, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan
als geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de
ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Het is
verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken
en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het verzetten of vergraven van
grond, waarbij het maaiveld over meer dan
100 m2 per perceel of meer dan
b het omzetten van grond of uitvoeren
van bodemingrepen dieper dan
c het aanleggen dempen of wijzigen van
(oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit (van) oppervlaktewateren;
d het verwijderen of rooien van bos-, natuur-, en
landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder productiefunctie;
e het verwijderen van
perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, waterlopen en
het verwijderen van paden en onverharde wegen;
f het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen.
het in lid
5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op
het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c vallen onder de Boswet.
De in lid
5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de
ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.