direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Ecologische verbindingszone
Plan: Borculo, Bedrijventerreinen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBCL20110003-1000

Artikel 20 Waarde - Ecologische verbindingszone

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologische verbindingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. behoud en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden, zodanig dat door het realiseren van stapstenen voor flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- en natuurontwikkelingsgebieden;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere voorzieningen ten behoeve van en behorende bij de onder 20.1 onder a bedoelde doeleinden.
20.2 Bouwregels

Voor het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. op en in de voor 'Waarde - Ecologische verbindingszone' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter;
  • b. een omgevingsvergunning voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, wordt alleen verleend, als vaststaat dat daardoor de belangen van de ecologische verbindingszone niet onevenredig worden aangetast.
20.3 Nadere eisen
20.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en de inrichting en het gebruik van gronden, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de belangen van de ecologische verbindingszone.

20.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in artikel 28.1 genoemde voorbereidingsprocedure.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • b. het rooien of aanplanten van bomen of andere houtgewassen;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van paden;
  • e. het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
20.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 20.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen vergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende vergunning.
20.4.3 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als de betreffende werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in 20.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen:

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast; of
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.