direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Borculo, FrieslandCampina Domo 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBCL20130001-1000

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Streekplan Gelderland 2005 (structuurvisie)

Hoe de provincie Gelderland de ruimte wil verdelen en gebruiken staat in het Streekplan Gelderland 2005 dat onder de Wet ruimtelijke ordening moet worden beschouwd als structuurvisie.

De Algemene structuurvisie ruimtelijke ordening onderscheidt drie zones:

  • het groenblauwe raamwerk
  • het rode raamwerk
  • het multifunctionele gebied

Het groenblauwe raamwerk en het rode raamwerk vormen de ruimtelijke hoofdstructuur. De ontwikkeling en het behoud hiervan is aangemerkt als een provinciaal belang.

Het rode raamwerk heeft betrekking op de hoogdynamische functies die samenhangen met de hoofdinfrastructuur en intensieve vormen van ruimtegebruik zoals stedelijke functies, intensieve vormen van recreatie, met stedelijke ontwikkeling samenhangende groenontwikkeling en intensieve agrarische teelten. Het groenblauwe raamwerk omvat de meer kwetsbare functies als natuurgebieden en waterbergingsgebieden. Naast de twee raamwerken zijn multifunctionele gebieden onderscheiden. Deze gebieden maken geen onderdeel uit van de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur. Vooral voor deze gebieden is het provinciale beleid globaal en beperkt.

Bedrijven en bedrijventerreinen

De provincie wil bijdragen aan het voldoen aan de ruimtelijke voorwaarden voor een succesvolle economische ontwikkeling. Dit betekent o.a. het voorzien in een aanbod aan bedrijventerreinen dat past bij de geraamde regionale behoefte. Duurzame kwaliteit, concentratie en bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik zijn hierbij kernbegrippen.

Het beleid voor bedrijventerreinen is gericht op de zorg voor voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige, op de vraag van het bedrijfsleven afgestemde, bedrijventerreinen. Het gaat om een kwalitatief hoogwaardig, op de vraag afgestemd, aanbod wat ook inhoudt dat moet worden bevorderd dat het juiste bedrijf wordt gevestigd op het juiste terrein.

Op terreinen voor lokale bedrijvigheid dienen bedrijven zich te kunnen vestigen, welke qua aard, schaal en functie daarbij passend zijn.

In deze structuurvisie is voorzien in de mogelijkheid om in elke regio op een logistiek geschikte locatie tenminste op één regionaal bedrijventerrein voldoende ruimte te ontwikkelen voor bedrijvigheid die qua aard en schaal op een dergelijk terrein thuis horen. Uitgangspunt is dat in iedere regio door de samenwerkende gemeenten op regionale bedrijventerreinen geschikte ruimte wordt gereserveerd voor het accommoderen van milieuhinderlijke bedrijvigheid.

Conclusie Streekplan Gelderland 2005 (structuurvisie) en realisatie melkpoederfabriek en uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten

De realisatie van de melkpoederfabriek en de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten van FrieslandCampina zijn voorzien op het locale bedrijventerrein 'Hambroek II' in Borculo. Het gaat hier in beide gevallen om een uitbreiding van een bestaand bedrijf van FrieslandCampina.

Op het naast het plangebied voor de melkpoederfabriek gelegen industrieterrein Borculo is namelijk al een fabriek van FrieslandCampina, Domo aanwezig. Het productieproces en de daarbij benodigde bedrijfsmiddelen komen in sterke mate overeen met die voor de verwerking van melk tot melkpoeder. Hierdoor is synergie tussen de bestaande en de nieuwe fabriek mogelijk. Verplaatsing van de Domo fabriek naar een regionaal bedrijventerrein is niet mogelijk, daarom wil de gemeente Berkelland realisatie van de melkpoederfabriek van FrieslandCampina op het naastgelegen perceel op bedrijventerrein 'Hambroek II' toestaan.

De nieuwe activiteiten en het productieproces van de Domo fabriek en de nieuw te realiseren melkpoederfabriek van FrieslandCampina zijn aan elkaar verbonden. De nieuwe melkpoederfabriek gebruikt de stoom van de bestaande Domo fabriek tijdens het productieproces. Het afvalwater van de melkpoederfabriek wordt verwerkt via Domo.

De uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten betreft een uitbreiding van een bestaand bedrijf.

Op grond van bovenstaande is de realisatie van een melkpoederfabriek en de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten op het bedrijventerrein 'Hambroek II' in Borculo die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt niet in strijd met het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland.

3.2.2 Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties

De Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het beleid voor bedrijventerreinen van het in 2005 vastgestelde streekplan Gelderland/structuurvisie.

De structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het structuurvisiebeleid als gevolg van de volgende ontwikkelingen:

  • toekomstprognoses wijzen erop dat na 2020 de vraag naar bedrijventerreinen sterk zal afnemen, op termijn (vanaf 2025) treedt zelfs krimp op
  • maatschappelijk is er weerstand tegen de verrommeling van het landschap ontstaan. Dit vertaalt zich in de vraag naar meer regie van de provincie op het (her)ontwikkelen van de juiste kwaliteit bedrijventerrein op de juiste plek.


Uitgangspunt van het beleid is dat er eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat er nieuwe worden ontwikkeld. Voldoende ruimte voor bedrijvigheid blijft beleidsuitgangspunt, maar overschot aan bedrijventerrein moet worden voorkomen. Verder vraagt de provincie Gelderland aan de gemeenten om extra aandacht te besteden aan kwalitatieve aspecten, zoals een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldige vormgeving en een zo laag mogelijke milieubelasting.

Over deze nieuwe aanpak van het bedrijventerreinenbeleid is ook overeenstemming bereikt tussen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De afspraken zijn vastgelegd in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020.

Intergemeentelijke en lokale bedrijventerreinen

Een deel van de bedrijvigheid is meer lokaal georiënteerd en zoekt een vestigingsplek direct bij haar toeleveranciers en afnemers. De provincie vindt het belangrijk dat er voor deze bedrijven ontwikkelingsmogelijkheden zijn, maar niet meer overal. De aanleg van lokale terreinen mag alleen nog plaatsvinden aansluitend bij al aanwezige bedrijventerreinen of aansluitend bij kernen waar al bedrijventerrein is gevestigd.

De provincie vindt het belangrijk dat aard, schaal en functie van de nieuwe bedrijven passen bij of een goede aanvulling zijn op de bestaande productie- en werkgelegenheidsstructuur en de omvang van de woonkern. Bij nieuwvestiging van bedrijven moet ook sprake zijn van een aangetoonde binding aan de betreffende gemeente/locatie en van een passend milieuregime (in beginsel maximale hindercategorie 3 volgens de VNG). Hiervan kan beargumenteerd worden afgeweken, bijvoorbeeld in het geval van vestiging van een bedrijf uit de zwaardere milieucategorie dat aan de betreffende gemeente/regio is gebonden. Verder dienen het bereikbaarheidsprofiel van de betreffende locatie en het mobiliteitsprofiel van de (gewenste) vestigingen met elkaar in overeenstemming te zijn.

Conclusie Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties en realisatie melkpoederfabriek en uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten

De melkpoederfabriek van FrieslandCampina en de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten zijn voorzien op het locale bedrijventerrein 'Hambroek II' in Borculo.

Het plangebied voor de melkpoederfabriek heeft een milieucategorie die hoger is dan de in beginsel gewenste maximale hindercategorie 3.2. Het plangebied krijgt een specifieke aanduiding melkpoederfabriek. zodat geen andere bedrijven mogelijk zijn dan de melkpoederfabriek van FrieslandCampina.

Het gaat hier om een uitbreiding van een bestaand bedrijf van FrieslandCampina. Op het naastgelegen industrieterrein Borculo is namelijk al een fabriek van FrieslandCampina, Domo aanwezig. Het productieproces en de daarbij benodigde bedrijfsmiddelen komen in sterke mate overeen met die voor de verwerking van melk tot melkpoeder. Hierdoor is synergie tussen de bestaande en de nieuwe fabriek mogelijk. Verplaatsing van de Domo fabriek naar een regionaal bedrijventerrein is niet mogelijk, daarom wil de gemeente Berkelland realisatie van de melkpoederfabriek (categorie 5.1) van FrieslandCampina op het naastgelegen perceel op bedrijventerrein 'Hambroek II' toestaan.

De nieuwe activiteiten en het productieproces van de Domo fabriek en de nieuw te realiseren melkpoederfabriek van FrieslandCampina zijn aan elkaar verbonden. In de huidige situatie richt FrieslandCampina Domo zich op de productie van ingrediënten voor baby- en kindervoeding. De grondstof is wei, afkomstig van kaasfabrieken. De bestemming van de ingrediënten stelt specifieke eisen aan de voorzieningen voor voedselveiligheid en kwaliteit. Nu FrieslandCampina Domo haar aanbod aan ingrediënten voor baby- en kindervoeding met producten op basis van melk uitbreidt, ligt het voor de hand deze productielijn te integreren met de bestaande productielijnen voor ingrediënten voor baby- en kindervoeding. Hierbij is sprake van synergie op de volgende onderdelen:

  • Aanbod van melk: Als gevolg van het vervallen van de melkquota zal vanaf 2015 het aanbod van melk sterk toenemen. De toename van het melkaanbod is onder meer afkomstig uit de Achterhoek, traditioneel een van de belangrijke aanvoergebieden voor FrieslandCampina. Voor de toename van aanvoer in het noorden en zuiden van Nederland breidt FrieslandCampina ook daar haar verwerkingscapaciteit uit.
  • Producten: de bestaande fabriek van FrieslandCampina Domo is gespecialiseerd in de productie van ingrediënten voor baby- en kindervoeding. Tot op heden worden deze ingrediënten gemaakt op basis van wei. Omdat de hoeveelheid wei die beschikbaar is afhankelijk is van de afzetmogelijkheden voor kaas worden deze ingrediënten in toenemende mate ook geproduceerd op basis van melk. Met de uitbreiding van de fabriek met een tweetal lijnen voor de productie van melkpoeder wordt door FrieslandCampina Domo op deze ontwikkeling ingespeeld. FrieslandCampina Domo heeft ervoor gekozen deze uitbreiding op de locatie in Borculo te doen omdat hier de synergie met de bestaande activiteiten groter is dan op andere locaties.
  • Management en staf: de eisen ten aanzien van voedselveiligheid en kwaliteit vereisen specifieke kennis en ervaring die bij de bestaande fabriek van FrieslandCampina Domo beschikbaar is. De nieuwe productielijnen zullen dan ook door het bestaande management en de bestaande staf van FrieslandCampina Domo worden bestuurd.
  • Utilities: voor de werking van zowel de bestaande fabriek als de nieuwe productielijnen zijn utilities als stoom, koude, proceswater en gas vereist. Zo kan bespaard worden op de omvang van de piekvraag. Daarnaast kan restwarmte en restkoude van de verschillende processen effectiever worden ingezet. Hierdoor kan efficiënter worden geproduceerd. Voor wat betreft de productie van stoom biedt de combinatie van de bestaande en nieuwe fabriek tevens de mogelijkheid de bestaande stoomketels te vervangen door nieuwe met een hoger energierendement.
  • Hergebruik van water: met de aanvoer van melk en wei wordt een grote hoeveelheid water aangevoerd. Bij de verwerking van wei en melk tot geconcentreerde of poedervormige producten komt dit water vrij. Op de bestaande locatie is desondanks een tekort aan water voor het reinigen van installaties, waardoor schoon grondwater en leidingwater moet worden gebruikt en energie moet worden gebruikt om dit water te verwarmen. Bij de productie van melkpoeder, komt warm water vrij dat deels kan worden ingezet in de bestaande fabriek.
  • Verwerking van afvalwater: ook de nieuwe installaties moeten periodiek worden gereinigd. Hierbij komt afvalwater vrij dat moet worden afgevoerd. Op de bestaande locatie zijn installaties aanwezig voor de voorbehandeling van dit afvalwater. Voorts is de bestaande fabriek door middel van een persleiding voor de afvoer van dit water rechtstreeks verbonden met de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Zutphen. Op andere locaties zoals de regionale bedrijventerreinen in de Achterhoek (bedrijvenpark Laarberg en Bedrijvenpark A18) ontbreekt de mogelijkheid dit afvalwater te lozen.

De melkpoederfabriek wordt ontsloten via het Jonkerspad aan de noordzijde van het plangebied en vervolgens via de interne ontsluitingsstructuur van het bedrijventerrein 'Hambroek II' naar de Nettelhorsterweg (N825).

Het plangebied voor de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten maakt, naast bedrijven in milieucategorie tot en met 3.2, een weiproductenfabriek mogelijk. Het betreft hier een beperkte uitbreiding van de milieucategorie. Het plangebied voor de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten krijgt daarom de specifieke aanduiding weiproductenfabriek, zodat voor het overige uitsluitend andere bedrijven in milieucategorie tot en met 3.2 zijn toegestaan.

Op grond van bovenstaande past de realisatie van een melkpoederfabriek en de uitbreiding productie babyvoeding ingrediënten op het bedrijventerrein 'Hambroek II' in Borculo die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt binnen het hier boven beschreven ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland.