direct naar inhoud van 4.3 Bodemkwaliteit
Plan: Buitengebied, Camping 't Hölterveld 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20110011-1000

4.3 Bodemkwaliteit

4.3.1 Algemeen

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om te bepalen in hoeverre de milieuhygiënische bodemkwaliteit voor beperkingen kan zorgen is door de gemeente Berkelland een bodemtoets uitgevoerd. Hiervoor zijn diverse archieven geraadpleegd.

4.3.2 Archiefonderzoek

Resultaten van het archiefonderzoek zijn:

  • als potentieel verdachte locatie van bodemverontreiniging worden twee bovengrondse brandstoftanks aangemerkt. Volgens het milieubestand van de gemeente Berkelland zijn deze tanks niet meer in gebruik. Onduidelijk is wat de status van deze tank en de kwaliteit van de omliggende bodem is;
  • uit het landsdekkend Beeld Bodemkwaliteit 2005 blijkt dat de locatie destijds in gebruik is geweest als fruitkwekerij;
  • er zijn geen concrete verdachte (historische) activiteiten met betrekking tot bodemverontreinigingen bekend bij de gemeente Berkelland;
  • er zijn geen bodemonderzoeken bekend van de locatie;
  • van de Rekkenseweg 27 (woning) zijn twee bodemonderzoeken bekend. In 1994 is ter plekke van de woning aangetoond dat de bovengrond licht verontreinigd is met PAK, EOX en minerale olie (> destijds geldende streefwaarde). De ondergrond is niet verontreinigd. Het grondwater is licht verontreinigd met nikkel, ethylbenzeen en xylenen (> streefwaarde). In 2002 heeft noordelijk van de woning een bodemonderzoek plaatsgevonden. Aangetoond is dat de bovengrond licht verontreinigd is met PAK en EOX. De ondergrond is niet verontreinigd. Het grondwater is matig verontreinigd met nikkel (> tussenwaarde) en licht verontreinigd met arseen en zink;
  • er bestaat geen vermoeden van een ernstig en spoedeisend geval van bodemverontreiniging.

4.3.3 Conclusie

Het archiefonderzoek heeft aangetoond dat er geen vermoedens bestaan van (grootschalige) bodemverontreiniging. Aangenomen wordt dat de bodemkwaliteit past bij de (nieuwe) bodemfunctie. Voor de bestemmingsplanwijziging is derhalve geen verkennend bodemonderzoek volgens NEN 5740 noodzakelijk.