direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Buitengebied Berkelland 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB2012-0100

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden;
  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke waarden;
  • c. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur – hondensportterrein', tevens een hondensportterrein;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur – jachthut', tevens een jachthut.

13.2 Bouwregels

Op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Bebouwing door gebouwen is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - jachthut' de bestaande jachthut is toegestaan met de bestaande inhoud, goothoogte en bouwhoogte.

13.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 13.2 en 13.2.1 voor:

  • a. Het bouwen van bouwwerken ten behoeve van bos- en natuurbeheer, mits:
  • a. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4,5 m;
  • b. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m².
  • c. Het bouwen van jachtstoelen en jachthutten, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,45 m onder maaiveld;
  • b. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
  • c. het verwijderen of rooien van bos-, natuur-, en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder productiefunctie;
  • d. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, waterlopen en het verwijderen van paden en onverharde wegen;
  • e. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.

13.4.2 Uitzonderingen

Het in 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het moment van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. vallen onder de werking van de Boswet.

13.4.3 Toelaatbaarheid

De in 13.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, het inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. Er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
  • b. Indien noodzakelijk wordt er voorzien in voldoende boscompensatie en/of natuurcompensatie.