direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Buitengebied, Hulshofweg 8 Ruurlo 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20120002-1000

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  • b. het weiden van vee;
  • c. het verbouwen van gewassen;
  • d. recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  • e. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van parkeer- en picknickvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen;
  • f. infrastructurele voorzieningen die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • g. de waterhuishouding;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet zijnde voorzieningen voor de opslag van mest;
  • i. doeleinden van openbaar nut.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. buiten bouwvlakken zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met uitzondering van overkappingen en voorzieningen voor opslag en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 meter.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken ten behoeve van paardenbakken buiten het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a voor het realiseren van één paardenbak buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de paardenbak grenst direct aan de bestemming 'Wonen';
  • b. de afstand tot bebouwing van derden bedraagt ten minste 50 meter;
  • c. de oppervlakte van een paardenbak mag niet meer bedragen dan 1.200 m2;
  • d. de paardenbak moet gelegen zijn achter de voorgevelrooilijn;
  • e. de afstand van een paardenbak tot het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 25 meter;
  • f. de hoogte van afrastering en omheiningen mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
  • g. het realiseren van paardenbakken leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
  • h. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan;
  • i. de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  • a. bij een paardenbak is het gebruik van verlichting door middel van lichtmasten niet toegestaan;
  • b. detailhandel is niet toegestaan;
  • c. het gebruik van een gebouw voor het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • d. teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan.