direct naar inhoud van 7.2 Resultaten overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Eibergen, Bedrijventerreinen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPEBG20110004-1000

7.2 Resultaten overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Conform artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan voorgelegd aan de volgende instanties: VROM-Inspectie, Provincie Gelderland, Ministerie van Economische Zaken, Waterschap Rijn en IJssel, Vitens, Kamer van Koophandel, Alliander, Gasunie, KPN en De Nederlandse Spoorwegen.

De VROM-inspectie, de Provincie Gelderland, het Waterschap Rijn en IJssel, de Gasunie en de Kamer van Koophandel hebben een reactie ingediend.

VROM-inspectie
De VROM-inspectie schreef op 8 november 2011 dat het bestemmingsplan, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid, geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.


Waterschap Rijn en IJssel
Het Waterschap schreef op 14 november 2011 dat er geen opmerkingen zijn op het voorontwerpbestemmingsplan.


Provincie Gelderland
De provincie schreef op 24 oktober 2011 dat er geen provinciale belangen aan de orde zijn. Het plan geeft geen reden om advies uit te brengen.

Gasunie
De Gasunie schreef op 9 november 2011 het volgende.

1. Buisleidingen.
In de toelichting is de benoeming van de gasleidingen niet goed. Dit moet zijn N-569-82 en N-569-80.
Ook wordt gesproken over een zone van 5 meter rondom de buisleidingen. Hier liggen 40 bar leidingen. Hiervoor geldt een zone van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. Verzocht wordt de breedte van de mede-bestemmingsstrook terug te brengen naar 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leidingen.


2. Gasontvangststation N-202.
Het gasontvangststation (GOS) is niet als zodanig bestemd. Gelet op de veiligheidsaspecten wordt verzocht het GOS en de daarbij behorende gronden te bestemmen als 'Bedrijf - Gasontvangststation' met een daarbij behorende vrijwaringszone (dubbelbestemming) van 4 meter rondom de locatie.


Beoordeling reactie

Ad. 1 en 2.
De gevraagde aanpassingen zijn akkoord en worden in de toelichting, de regels en de verbeelding aangepast.


Kamer van Koophandel
De Kamer van Koophandel (KvK) schreef op 22 november 2011 het volgende.

1. Conserverend bestemmingsplan.
De KvK is er in zijn algemeenheid geen voorstander van om alleen de bestaande situatie vast te leggen. De wens van de KvK is om ruimtelijke wensen van de gevestigde bedrijven te inventariseren en deze eventueel in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen.

2. Bedrijvigheid plangebied.
Voor een goed inzicht in de economische activiteiten in het plangebied vraagt de KvK een lijst op te nemen met daarin opgenomen een overzicht van de aanwezige bedrijven. In dat overzicht kunnen dan naast de aard van de bedrijvigheid ook de eventuele uitbreidingsmogelijkheden worden aangegeven.

3. Toekomst bedrijventerreinen.
De KvK constateert dat in mei 2011 het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) voor de Achterhoek is vastgesteld. Doel van de RPB is de bedrijventerreinopgave te definiëren en afspraken te maken over te nemen maatregelen en activiteiten. De vertaling van het RPB ziet de KvK terug in de structuurvisie "Berkelland 2025". In deze visie geeft de gemeente aan dat vooral ingezet wordt op verbetering/revitalisering van bedrijventerreinen. Dit bedrijventerreinbeleid moet ook worden doorvertaald in de diverse bestemmingsplannen. De KvK vindt deze doorvertaling niet terug in het bestemmingsplan.

4. Detailhandel in volumineuze goederen.
Binnen de bestemming "bedrijventerrein" is ook de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen toegestaan. De KvK vindt dat de overheid zeer terughoudend moet zijn als het gaat om de vestiging van detailhandel op bedrijventerreinen. De vestiging van grootschalige/perifere detailhandel kan een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur tot gevolg hebben.

Door het ontwikkelen van winkelareaal in de periferie vindt er namelijk doorgaans een verplaatsing van m2 verkoopoppervlak vanuit de centrummilieus plaats.

Wanneer een nieuwe vestiging van detailhandel in volumineuze goederen op bovengenoemd bedrijventerrein zou worden toegestaan, moet volgens de KvK minimaal aan een aantal nader genoemde randvoorwaarden worden voldaan.


Beoordeling reactie

Ad. 1 t/m 3.
Wij begrijpen de vragen van de KvK. In een reguliere procedure voor een herziening van een bestemmingsplan van een bedrijventerrein maken de punten zoals de KvK die noemt normaal gesproken ook onderdeel uit van het plan. In deze situatie is daar echter geen sprake van. De reden hiervan is als volgt.

In paragraaf 1.1, van de toelichting van dit bestemmingsplan maken wij melding van de aanleiding en doelstelling van de planherziening.

Voor de volledige inhoud verwijzen wij naar die passage. Kort gezegd komt het erop neer dat deze actualisatieslag gemaakt moet worden als gevolg van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro). Volgens de Wro moeten namelijk al onze bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 vernieuwd zijn conform de voorgeschreven standaarden.

Dit bestemmingsplan is één van de 400 plannen die herzien moeten worden. Na deze conserverende ronde kunnen wij, waar dat nodig is, nieuwe bestemmingsplannen maken die meer ontwikkelingsgericht kunnen zijn.

Ad. 4.
Artikel 1.53 van het voorontwerpbestemmingsplan omschrijft wat verstaan wordt onder 'detailhandel in (volumineuze) grootschalige goederen. Dat is de detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van de verkoop van auto's, boten, caravans, landbouwwerktuigen, wooninrichtingen, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen.

Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan was aan de al toegestane gebruiksvormen de detailhandel in wooninrichtingen, tuininrichtingsartikelen, keukens en sanitair toegevoegd.

Bij nader inzien zijn wij het met de KvK eens dat het risico bestaat dat er met de toevoeging van 'wooninrichtingen en tuininrichtingsartikelen' een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur kan plaatsvinden. Dat is ongewenst. Gelet hierop is artikel 1.53 aangepast. De genoemde toevoegingen zijn verwijderd. Deze gebruiksvormen (aangevuld met bouwmarkten) zijn in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen in de afwijkingsregel onder artikel 3.5.3. Deze afwijkingsregel sluit aan bij de afwijkingsregel zoals is opgenomen in het onherroepelijke bestemmingsplan Overberkel uit Borculo. Dit bestemmingsplan Overberkel is onherroepelijk geworden na uitspraak van de Raad van State op 27-4-2011.

Over de gebruiksvorm 'keukens en sanitair' merken wij het volgende op. Naar onze mening is dit gebruik door het grootschalig karakter ervan minder gewenst binnen het kleinschalige karakter van een kernwinkelgebied. Dit gebruik is bij uitstek geschikt voor vestiging op het bedrijventerrein.