direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk - Zorginstelling
Plan: Gelselaar, Dorp 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPGSL20090014-1000

Artikel 11 Maatschappelijk - Zorginstelling

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk - Zorginstelling ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen voor zo ver het betreft een zorgaccommodatie;
  • b. wonen in de vorm van appartementen en bijzondere woonvoorzieningen, al dan niet in combinatie met medische, paramedische en verzorgende ondersteuning;
  • c. ondergeschikte horeca en detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing;

met daarbijbehorende:

  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • h. tuinen;
  • i. erven;
  • j. terreinen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. doeleinden van openbaar nut.
11.2 Bouwregels

Op de voor ' Maatschappelijk - Zorginstelling ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de maximale goothoogte en de maximale bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden' geldt dat het aantal aaneen te bouwen eenheden niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding'karakteristiek' geldt in afwijking van het bepaalde onder b en c dat de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door de gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, nokrichting en oppervlakte van het grondvlak, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, moet worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goothoogte en/of de bouwhoogte van ten hoogste 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan mogen gehandhaafd worden.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • b. in de overige gevallen mag de bouwhoogte maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 m mag bedragen;
  • c. lichtmasten en vlaggemasten mogen een maximale hoogte hebben van 6 m.
11.2.3 Ondergronds bouwen

Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende regels:

  • a. ondergronds bouwen mag alleen binnen het bouwvlak dan wel onder aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat minimaal 1 meter uit de perceelsgrens gebouwd moet worden;
  • b. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 3,5 meter beneden peil bedragen.
11.3 Nadere eisen
11.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. een goede parkeersituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.
11.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 23.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend de bewoning van bedrijfsruimten of bedrijfsbebouwing.