direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Gelselaar, Dorp 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPGSL20090014-1000

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van bijlage 2 'Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing;

met daarbijbehorende:

  • c. gebouwen, een bedrijfswoning daaronder niet begrepen met uitzondering van bedrijfswoningen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • f. tuinen;
  • g. erven;
  • h. terreinen;
  • i. ontsluitingspaden;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. doeleinden van openbaar nut;

met dien verstande dat:

  • n. detailhandel niet is toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • o. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • p. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • q. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • r. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 niet zijn toegestaan.
4.2 Bouwregels

Op de voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goothoogte en de bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding'karakteristiek' geldt in afwijking van het bepaalde in 4.2.1 onder b dat de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door de gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, nokrichting en oppervlakte van het grondvlak, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan moet worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goothoogte en/of de bouwhoogte van ten hoogste 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;
  • d. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan mogen gehandhaafd worden.
4.2.2 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij (bestaande) bedrijfswoningen gelden in aanvulling op dan wel in afwijking van het bepaalde in 4.2.1 de volgende regels:

  • a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen tot minimaal 0,50 meter achter de voorgevel van de woning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
  • b. overkappingen mogen tot ten hoogste 0,50 meter voor de voorgevel van de woning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een woning mag niet meer bedragen dan 100 m2 en 60% van de oppervlakte van het erf;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 2.2, sub a tot en met c, mag één erker voor de voorgevel van de woning worden gebouwd, waarbij de diepte van de erker ten hoogste 1,50 meter mag bedragen;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,25 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • f. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 6 meter bedragen, met dien verstande dat zij tenminste 1 meter onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal blijven.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. een bouwwerk, geen gebouw zijnde mag in het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd;
  • b. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte maximaal 3 m bedragen.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. een goede parkeersituatie;
  • d. een goede woonsituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.
4.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 23.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend de bewoning van bedrijfsruimten of bedrijfsbebouwing.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:

  • a. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • b. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan.
4.5.2 Afwegingskader

Een in 4.5 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. een goede woonsituatie;
  • d. een goede parkeersituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.