direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Neede, Bedrijventerreinen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPNDE20110005-0100

3.3 Regionaal beleid

Regionale structuurvisie Achterhoek (vast te stellen in 2011)
De visie 'Speerpunten Regionaal Ruimtelijk beleid Achterhoek 2011-2020' uit 2011 geeft de beleidsambities van acht Achterhoekse gemeenten voor de regionale economie, volkshuisvesting, landschappelijke kwaliteit, leefbaarheid en mobiliteit. De visie is een aanvulling (actualisatie) op de Regionale Structuurvisie Achterhoek uit 2004 en legt de nadruk op andere speerpunten ten gevolge van de demografische ontwikkelingen.

In de visie uit 2004 was uitgangspunt voor de positionering van de Achterhoek ten opzichte van andere regio's: de doorontwikkeling als een economisch en sociaal-cultureel zelfstandige regio die zich naar buiten toe met name profileert met haar kleinschaligheid en gebiedskwaliteiten. Een grotere dynamiek in de regio wordt nagestreefd met behoud van de eigen ruimtelijke kwaliteit.

Ten aanzien van bedrijventerreinen is het algemene uitgangspunt: het juiste bedrijf op de juiste locatie. Er wordt ruimte geboden voor groei van locale bedrijvigheid in bestaande sectoren als detailhandel, bouwnijverheid en industrie en in relatief nieuwe sectoren als recreatie, toerisme, dienstverlening en op het gebied van gezondheid en zorg. Aan nieuwe keuzes en ontwikkelingen gaat regionale afstemming vooraf.

Speerpunten zijn:

  • demografische ontwikkeling;
  • oriĆ«ntatie op externe relaties (met het KAN-gebied, Twente, Duitsland, Stedendriehoek);
  • de verandering van het platteland;
  • duurzame energie.

Regionaal Programma Bedrijventerreinen Achterhoek (RPB)
In mei 2011 is het RPB voor de Achterhoek vastgesteld.
De Provincie Gelderland heeft in 2010 verzocht om het opstellen van een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB). Het RPB is een bestuursconvenant tussen regio en provincie. Doel van het RPB is de bedrijventerreinenopgave te definiƫren en afspraken maken over te nemen maatregelen en activiteiten. Dit RPB is:

  • het regionale afsprakenkader over planning en programmering van bedrijventerreinen tussen Regio Achterhoek en provincie;
  • de vertaling en uitwerking van de gemeentelijke, regionale en provinciale doelstellingen op het gebied van bedrijventerreinen;
  • het toetsingskader voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de regio.

Over de volgende onderwerpen zijn specifieke afspraken gemaakt:

  • afstemming vraag-aanbod;
  • regulering aanbod;
  • segmentering;
  • programmering herstructurering;
  • grondprijs(methodiek);
  • SER-ladder;
  • monitoring.

Belangrijkste opgave in het RPB is het reguleren van een eventueel overaanbod van terreinen. Najaar 2010 zijn de regiogemeenten in twee clusters (West - Achterhoek: Montferland, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Bronckhorst en Oost-Achterhoek: Aalten, Berkelland, Oost Gelre, Winterswijk) aan de slag gegaan om zich te buigen over de afstemming vraag-aanbod en regulering van het aanbod.

Zowel in clusterverband als in het Programmateam Duurzame Economie (Regio Achterhoek) heeft intensief overleg plaatsgevonden. Ook is op een aantal momenten overleg met de verantwoordelijke Gedeputeerden ingelast. Uitgangspunt is dat niet getornd wordt aan harde plancapaciteit. De gemeenten hebben een deel van de zachte plannen gefaseerd en in omvang teruggebracht. Afgesproken is vanaf peildatum 1 januari 2010 geen nieuwe plannen te ontwikkelen.

Waterschap Rijn en IJssel
Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Ook in deze wet is afstemming van ruimtelijke ontwikkelingen en water voor ruimtelijke plannen opgenomen. Al sinds enige jaren wordt in ruimtelijke plannen aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de waterhuishouding. Hiervoor wordt de watertoets doorlopen waarbij de conclusies voor alle wateraspecten in een waterparagraaf worden beschreven.

In artikel 3.1.1 van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met o.a. de waterschappen. In artikel 3.1.6. van datzelfde besluit is aangegeven dat in de toelichting op een ontwerpbestemmingsplan is beschreven op welke wijze in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding.

Waterschap Rijn en IJssel heeft een handreiking ontworpen waarmee een initiatiefnemer zelf kan bepalen voor welke plannen en in welke mate het waterschap betrokken dient te worden bij het opstellen van een waterparagraaf. Voor meer complexe ontwikkelingen is deze handreiking van het waterschap voor de initiatiefnemer een leidraad en geheugensteun in het ontwerpproces. Gezamenlijk wordt invulling gegeven aan de wateraspecten en kan water een positieve bijdrage leveren aan de leefomgeving. Als er overeenstemming is over de inhoud van de waterparagraaf kan de gemeente de tekst opnemen in de toelichting van het ruimtelijk plan.

De waterparagraaf voor dit bestemmingsplan staat in paragraaf 4.3.