direct naar inhoud van 7.3 Verantwoording van de regels
Plan: Rietmolen, De Mölle 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPRML20110016-1000

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Tuin ( Artikel 3)

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen en erkers ten dienste van de aangrenzende bestemming Wonen". Eén en ander met de daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, zoals wegen, paden en parkeervoorzieningen.

Binnen deze bestemming zijn allen erkers toegestaan ten dienste van de directe uitbreiding van de woning. De erker mag enkel aan de gevel worden gebouwd en mag maximaal 1,5 meter diep zijn. De bouwhoogte van een erker mag niet meer bedragen dan 3 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte mag worden verhoogd tot maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.

Tot slot zijn binnen deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan tot een maximale hoogte van 1 meter.

Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 4)

De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn met name bestemd voor wegen, straten en voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen. Eén en ander onder andere met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bermen en groenvoorzieningen.

Binnen deze bestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 8 meter.

Wonen (Artikel 5)

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen. In het voorliggende geval zijn binnen het plangebied uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan. Het aantal vrijstaande woningen mag niet meer bedragen dan vier.

Binnen de bestemming wonen zijn hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ondergrondse bouwwerken en vrije beroepen toegestaan. Eén en ander is verbonden aan regels waarbij de goot en bouwhoogte van het hoofdgebouw niet meer dan respectievelijk 6 en 10 meter mag bedragen. Hoofdgebouwen mogen enkel worden opgericht binnen het op de verbeelding weergegeven bouwvlak.

Waarde – Archeologische Verwachting 1 (dubbelbestemming) (Artikel 6)

De voor “Waarde Archeologische Verwachting 1 (dubbelbestemming)” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de bodem.

Binnen deze bestemming is het oprichten van bebouwing ten behoeve van de onderliggende bestemmingen enkel mogelijk indien is aangetoond dat er zich in de gronden geen archeologische waarden bevinden of dat geen afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige archeologische waarden.