direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Borculo, HEMA Veemarkt 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBCL20130005-1000

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
  • b. horecabedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende 'Lijst van horecabedrijven';
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. dienstverlenende bedrijven met een baliefunctie;
  • e. bedrijfsactiviteiten in categorie 1 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' en bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie van deze 'Staat van bedrijfsactiviteiten' die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

met daarbij behorende:

  • f. gebouwen, een (bedrijfs)woning daaronder niet begrepen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • i. tuinen;
  • j. erven;
  • k. terreinen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • o. doeleinden van openbaar nut.
3.2 Bouwregels

Op de voor 'Centrum' aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak is 100%;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goothoogte, respectievelijk de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mogen gehandhaafd blijven.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. als het bouwwerk voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht, mag de bouwhoogte maximaal 1 meter bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • c. lichtmasten en vlaggenmasten mogen een maximale bouwhoogte van 6 meter hebben.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie (in de omgeving);
  • c. de parkeersituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.
3.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 13.1 genoemde voorbereidingsprocedure.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken bedrijf

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 en toestaan dat ook bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of de volgens deze 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', van één categorie hoger zijn voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de al toegelaten categorie van bedrijven, met dien verstande dat:

  • a. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • b. vuurwerkinrichtingen niet zijn toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan.
3.4.2 Afwegingskader

Een in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie (in de omgeving);
  • c. de parkeersituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.