direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied Berkelland 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB2012-0010

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. de in de regels genoemde (goot)hoogtematen en van de maximale inhoud van (bedrijfs)woningen, voor zover deze is bepaald op op maximaal 750 m2, met ten hoogste 10%.
  • b. de regels over het bouwen van een bijgebouw voor een bijgebouw op een afstand van meer dan 25 m van het hoofdgebouw, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de vergroting van de onderlinge afstand is noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel;
    • 2. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
    • 3. door het verlenen van de afwijking mag de oppervlakte aan bijgebouwen bij de betreffende woning niet meer bedragen dan 150 m².
  • c. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft.
  • d. de regels en toestaan dat bouwgrenzen met maximaal 2 m wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
  • e. de regels en toestaan dat een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw wordt gebouwd mits:
    • 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel niet meer bedraagt dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 3. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.
  • f. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwen, waaronder wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. de inhoud per gebouw niet meer dan 60 m3 zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m zal bedragen;
  • g. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en toestaan dat deze worden vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m;
    • 2. ten behoeve van windturbines op een bouwperceel tot maximaal 10 m;
  • h. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten wordt vergroot, mits:
    • 1. De maximale oppervlakte van de vergroting niet meer bedraagt dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. De bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw.

35.1 Gastenverblijf

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van een gastenverblijf bij (bedrijfs)woningen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. Het gastenverblijf mag alleen worden gevestigd binnen de bestaande (bedrijfs)woning of de bijbehorende bijgebouwen die in gebruik zijn voor de woonfunctie. Een gastenverblijf blijft voor de toepassing van de bouwregels in dit plan deel uitmaken van de bestaande (bedrijfs)woning of de bestaande bijbehorende bijgebouwen. Het vestigen daarvan levert dus geen nieuwe bouwmogelijkheden voor het vergroten van de (bedrijfs)woning of voor het bouwen of vergroten van bijgebouwen.
  • b. De vloeroppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het gastenverblijf mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning en de bijbehorende bijgebouwen tot een maximum oppervlakte van 150 m2.
  • c. De omgevingsvergunning voor een gastenverblijf wordt niet verleend voor permanente bewoning van het gastenverblijf en mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen.

35.2 Bed and Breakfast

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van voorzieningen voor Bed and Breakfast bij (bedrijfs)woningen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. De voorzieningen voor Bed and Breakfast mogen alleen worden gevestigd binnen de bestaande bebouwing. Een voorziening voor Bed and Breakfast blijft voor de toepassing van de bouwregels in dit plan deel uitmaken van de bestaande (bedrijfs)woning, de bestaande bijbehorende bijgebouwen of de bestaande bedrijfsgebouwen. Het vestigen daarvan levert dus geen nieuwe bouwmogelijkheden voor het vergroten van de (bedrijfs)woning of voor het bouwen of vergroten van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen.
  • b. De vloeroppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van Bed and Breakfast mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning en de bijbehorende bijgebouwen en/of bedrijfsgebouwen tot een maximum oppervlakte van 150 m².
  • c. De omgevingsvergunning voor Bed and Breakfast wordt niet verleend voor permanente bewoning van de voorzieningen en mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen.
  • d. De omgevingsvergunning voor Bed and Breakfast wordt niet verleend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied'.