direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Berkelland 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB2012-0100

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen zoals opgenomen in de 'Tabel Maatschappelijk' bij dit artikel;
  • b. horeca, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane maatschappelijk voorzieningen;
  • c. wonen in een bedrijfswoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend een bedrijfswoning met bijgebouwen is toegestaan;
  • d. aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
  • e. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting, waaronder beplanting ten behoeve van landschappelijke inpassing;
  • f. (onverharde) paden en wegen;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één maatschappelijke voorziening toegestaan.
  • b. Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zijn uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan.
  • c. Bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen het bouwvlak als het bestemmingvlak toegestaan.
  • d. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen niet minder mag bedragen dan 3 m.

12.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
  • c. De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 110% van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen.
  • d. Indien op de verbeelding een bebouwingspercentage is aangegeven, dan mag de oppervlakte van de bebouwing van het bouwperceel waarvoor dat bebouwingspercentage geldt niet groter zijn dan het aangegeven bebouwingspercentage.

12.2.3 Bedrijfswoningen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal bedrijfswoningen.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 150 m², dit met inbegrip van bijgebouwen waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met toepassing van lid 35 onder b.
  • c. De inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan 750 m3.
  • d. De goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • e. De bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 9 m.
  • f. De goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • g. De bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 7 m.
  • h. Vrijstaande bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.
  • i. De afstand tussen de gevel van vrijstaande bijgebouwen en de gevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 25 m.

12.2.4 Overkappingen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 25 m².
  • d. Overkappingen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.

12.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte van overige erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan
    1 m.
  • b. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • d. Ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - antenneveld met bijbehorende gebouwen' (sm-46) mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van het antennesysteem met een maximale oppervlakte van 250 m² en een maximale bouwhoogte van 8 m.
  • e. Ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - antenneveld' (sm-19) en ter plaatse van gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - antenneveld met bijbehorende gebouwen' (sm-46) mogen worden gebouwd:
    • 1. antennes met een maximale hoogte van 30 m;
    • 2. bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hoogte van maximaal 8 m.

12.3 Nadere eisen
  • a. Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
    • 1. Ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken.
    • 2. Ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving.
    • 3. Ter waarborging van de verkeersveiligheid.
    • 4. Ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen
  • b. Voor het stellen van een nadere eis geldt de in artikel 37 genoemde voorbereidingsprocedure.

12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Afwijken ten behoeve van het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.2.1 onder d voor het verkleinen van de afstand van de bebouwing tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. Het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaarbaar.
  • b. Het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen is vanuit verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar.
  • c. Het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen is noodzakelijk voor een verantwoorde bedrijfsvoering.
  • d. Het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse en achterste eigendomsgrenzen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
  • e. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

12.4.2 Afwijken ten behoeve van het vergroten van de bebouwde oppervlakte aan bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in 12.2.2 onder c voor het vergroten van de toegestane bebouwde oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van de maatschappelijke voorziening.
  • b. Uitbreiding is toegestaan met maximaal 25% van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen die is toegelaten volgens 12.2.2.
  • c. De vergroting van het bebouwd oppervlak mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben.
  • d. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
  • e. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

12.4.3 Afwijken ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

  • a. 12.2.5 onder a voor het bouwen van terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 m voor de voorgevelrooilijn, mits hierdoor het stedenbouwkundig/ruimtelijk beeld en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.
  • b. 12.2.5 onder c voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 6 m, mits hierdoor het stedenbouwkundig/ruimtelijk beeld en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.

12.4.4 Afwijken ten behoeve van het vergroten van de bedrijfswoning door het bijtrekken van inpandige ruimten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.2.3 onder c voor het vergroten van de inhoudsmaat van een bedrijfswoning door het bijtrekken van inpandige ruimten, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de afwijkingsbevoegdheid mag alleen worden toegepast indien de vergroting wordt gerealiseerd door de inpandige bedrijfsruimte, die tezamen met de bedrijfswoning als één gebouw is gebouwd, geheel of gedeeltelijk aan de bedrijfswoning toe te voegen.
  • b. Het vergroten van de bedrijfswoning leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
  • c. Door het inpandig vergroten van de bedrijfswoning ontstaat geen nieuwe zelfstandige woning.

12.4.5 Afwijken voor het vergroten van de bedrijfswoning ten behoeve van mantelzorg

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.2.3 onder c voor het vergroten van de inhoudsmaat van een bedrijfswoning ten behoeve van mantelzorg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. Het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning is noodzakelijk ten behoeve van het verlenen van mantelzorg.
  • b. De inhoud van de bedrijfswoning mag na de vergroting niet meer bedragen dan 900 m3.
  • c. Er bestaat een aantoonbare behoefte aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden.
  • d. Door bebouwing ten behoeve van mantelzorg ontstaat geen nieuwe zelfstandige woning.
  • e. De omgevingsvergunning wordt niet verleend wanneer de vergroting van de bedrijfswoning ontstaat door de samenvoeging van de bedrijfswoning met een vrijstaand bijgebouw.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende voorwaarden:

  • a. Aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de oppervlakte van de bedrijfswoning tot een maximum van 50 m2;
  • b. Detailhandel is niet toegestaan.
  • c. Het gebruiken van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.
  • d. Het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen is niet toegestaan.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels
12.6.1 Tabel Maatschappelijk

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.1 onder a voor:

  • a. het toestaan van maatschappelijke voorzieningen met dezelfde milieucategorie of met een lagere milieucategorie als de reeds toegelaten maatschappelijke voorzieningen, voor zover de voorzieningen naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in 12.1 onder a genoemd.
  • b. het toestaan van voorzieningen die niet in de tabel Maatschappelijk zijn genoemd, voor zover de betrokken voorzieningen naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in 12.1 onder a genoemd.

12.6.2 Afwijken ten behoeve van mantelzorg

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.5 onder c voor het toestaan van mantelzorg in een aan- en uitbouw van een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. Het gebruik is alleen toelaatbaar voor zover het bieden van mantelzorg binnen de bestaande bedrijfswoning niet mogelijk of redelijk is.
  • b. De totale vloeroppervlakte die voor mantelzorg in gebruik wordt genomen mag niet meer bedragen dan 80 m².
  • c. Er mag geen zelfstandige woning ontstaan.
  • d. Er dient sprake te zijn van een goed woon- en verblijfsklimaat.
  • e. Er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • f. Er bestaat een aantoonbare behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden.
  • g. Wanneer een aangebouwd bijgebouw wordt gebruikt ten behoeve van mantelzorg, dan is daarvoor geen eigen voordeur toegelaten.

12.7 Wijzigingsbevoegdheid
12.7.1 Vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de vorm van een bouwvlak op gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' te veranderen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. De oppervlakte van een bouwvlak mag niet worden vergroot.
  • b. De verandering van het bouwvlak is noodzakelijk voor een verantwoorde bedrijfsvoering, voor toepassing van milieuvoorschriften en/of wegens andere wettelijke bepalingen.
  • c. De verandering van het bouwvlak mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
  • d. De verandering van het bouwvlak mag niet leiden tot significant negatieve effecten voor Natura 2000-gebieden.

12.7.2 Wijzigen naar de bestemming Bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van het vestigen van een niet-agrarisch bedrijf, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De maatschappelijke voorziening ter plaatse is beëindigd.
  • b. Alleen bedrijven voor zover genoemd in bijlage 1 'Indicatieve bedrijvenlijst' zijn toegestaan.
  • c. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Bedrijf' is uitsluitend toegestaan ter plaatse van het bouwvlak waarbij uitsluitend gebruik mag worden gemaakt van feitelijke bestaande, legaal opgerichte bedrijfsgebouwen.
  • d. De oppervlakte van de bedrijfsgebouwen die wordt hergebruikt voor een niet-agrarisch bedrijf mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van de feitelijk bestaande, legaal opgerichte bedrijfsgebouwen tot een maximale oppervlakte van 900 m², met dien verstande dat minimaal 25% van de bestaande bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt. Indien minder dan 50% van de bestaande bebouwing wordt gesloopt, dan dient te worden gemotiveerd waarom niet aan die eis kan worden voldaan, terwijl het mindere dient te worden verevend middels natuurontwikkeling, verbetering van de infrastructuur, aanleg van recreatieve voorzieningen en/of een financiële bijdrage die wordt ingezet voor een ruimtelijke kwaliteitsbijdrage op een andere locatie.
  • e. De onder punt d genoemde sloopverplichting is niet van toepassing op rijks- en gemeentelijke monumenten. Gebouwen die zijn aangewezen als een rijks- of een gemeentelijk monument worden echter wel meegeteld bij het bepalen van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing die aanwezig is voorafgaand aan de wijziging van de bestemming van de gronden binnen het bouwvlak.
  • f. Buitenopslag is niet toegestaan, tenzij deze plaatsvindt in een bestaande sleufsilo en de hoogte van de buitenopslag niet hoger is dan de hoogte van betrokken sleufsilo.
  • g. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
  • h. De levensvatbaarheid van het bedrijf is aangetoond door middel van een bedrijfsplan.
  • i. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Bedrijf' mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
  • j. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Bedrijf' mag niet leiden tot negatieve effecten op de waterhuishouding.
  • k. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Bedrijf' mag niet leiden tot een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.
  • l. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Bedrijf' mag niet leiden tot significant negatieve effecten voor Natura 2000-gebieden.
  • m. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

 

12.7.3 Wijzigen naar de bestemming Recreatie - Dagrecreatie en/of Recreatie - Verblijfsrecreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' ten behoeve van recreatieve voorzieningen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De maatschappelijke voorziening ter plaatse is beëindigd.
  • b. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied'.
  • c. De oppervlakte van de bedrijfsgebouwen die wordt hergebruikt voor recreatieve voorzieningen mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van de feitelijk bestaande, legaal opgerichte bedrijfsgebouwen tot een maximale oppervlakte van 900 m², met dien verstande dat minimaal 25% van de bestaande bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt. Indien minder dan 50% van de bestaande bebouwing wordt gesloopt, dan dient te worden gemotiveerd waarom niet aan die eis kan worden voldaan, terwijl het mindere dient te worden verevend middels natuurontwikkeling, verbetering van de infrastructuur, aanleg van recreatieve voorzieningen en/of een financiële bijdrage die wordt ingezet voor een ruimtelijke kwaliteitsbijdrage op een andere locatie.
  • d. De onder punt c genoemde sloopverplichting is niet van toepassing op rijks- en gemeentelijke monumenten. Gebouwen die zijn aangewezen als een rijks- of een gemeentelijk monument worden echter wel meegeteld bij het bepalen van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing die aanwezig is voorafgaand aan de wijziging van de bestemming van de gronden binnen het bouwvlak.
  • e. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
  • f. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' mag niet leiden tot een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking of tot een onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
  • g. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' mag niet leiden tot significant negatieve effecten voor Natura 2000-gebieden.

12.7.4 Wijzigen naar de bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen.
  • b. De maatschappelijke voorziening ter plaatse is beëindigd.
  • c. Het bestemmingsvlak voor de bestemming 'Wonen' kan ten opzichte van het te wijzigen bestemmingsvlak voor 'Maatschappelijk' worden verkleind tot de voormalige bedrijfswoning met bijhorende gebouwen, tuinen, erven en verhardingen. Het overige deel van het te wijzigen bestemmingsvlak kan de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden – landschapswaarden' of 'Agrarisch met waarden – natuur- en landschapswaarden' krijgen.
  • d. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' is aanvaardbaar vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
  • e. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies.
  • f. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' mag niet leiden tot negatieve effecten op de waterhuishouding.
  • g. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' mag niet leiden tot een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.
  • h. Het wijzigen van de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' mag niet leiden tot significant negatieve effecten voor Natura 2000-gebieden.

12.7.5 Wijzigen 'specifieke vorm van maatschappelijk'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van Maatschappelijk' te wijzigen ten behoeve van een andere vorm van maatschappelijke voorziening met dien verstande dat:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid alleen mag worden toegepast ten behoeve van een maatschappelijke voorziening met dezelfde milieucategorie of een lagere milieucategorie als het reeds toegelaten maatschappelijke voorziening.
  • b. De wijziging niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruik- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
  • c. Wanneer de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS – natuur', 'EHS - verbindingszone' of 'EHS - verweving', dan kan de wijzigingsbevoegdheid alleen worden toegepast indien daarbij overeenkomstig artikel 34 zo nodig wordt voorzien in compenserende maatregelen.

Bijlage: Tabel Maatschappelijk, zoals genoemd in 12.1 onder a

Code   Adres en plaats   Soort voorziening   Milieucategorie   SBI-2008 VNG mil.zon.  
(sm-01)   Pierinkdijk 6 (Gelselaar)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-02)   Molenweg 13 (Geesteren)   Molen de Ster   2   9101, 9102
 
(sm-03)   Geesterseweg 16 (Gelselaar)   Diergeneeskundig centrum   1   8621, 8622, 8623  
(sm-04)   Markveldsedijik 3 (Neede)   Groepszorgwoning   2   871  
(sm-05)   Bergweg 14 (Neede)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-06)   Diepenheimseweg 23 (Neede)   De Hollandsche molen   2   9101, 9102
 
(sm-07)   Koeweidendijk 25 (Neede)   Natuurhuis /scouting   2   94991  
(sm-08)   Koeweidendijk 12 (Neede)   Zorgcentrum Bernadettebos   2   852, 8531  
(sm-09)   Borculoseweg-Karssenbargweg (Ruurlo)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-10)   Leo-Stichting (Borculo)   Speciaal onderwijs   2   852, 8531  
(sm-11)   Leo-Stichting (Borculo)   Jeugdzorg   2   8891  
(sm-12)   Bergweg 9a (Neede)   Scouting   2   94991  
(sm-13)   Ruurloseweg ong. (Borculo)   Opslag en tuin t.b.v. onderwijs   1   nnb  
(sm-14)   Heure 4 (Borculo)   Praktijk voor dierenfysiotherapie   1   8621, 8622, 8623  
(sm-15)   Kreunertweg 4 (Borculo)   Pensionaat/particulier internaat   2   8891  
(sm-16)   Haarlosesteeg 2-4 (Haarlo)   Zorginstelling   2   871  
(sm-17)   Winterswijkseweg 17 (Eibergen)   Sportmedisch adviescentrum/trainings- en buitensport centrum   3.1   931  
(sm-18)   Rekkense Binnenweg ong. (Eibergen)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-19)   Zwilbroekseweg 42-46 (Eibergen)   Militair kamp, noordelijk deel voor antenneveld (At)   2   8422
 
(sm-20)   Rekkense Binnenweg 26 (Rekken)   Verenigingsgebouw   2   94991  
(sm-21)   Dr. Slotlaan 16 (Rekken)   Verslavingszorg   1   v  
(sm-22)   Van Ouwenallerlaan ong. (Rekken)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-23)   Kapersweg 4-6 (Ruurlo)   Basisschool   2   852, 8531  
(sm-24)   Batsdijk 23 (Ruurlo)   Basisschool   2   852, 8531  
(sm-26)   Hoge Diek 1 (Eibergen)   Verenigingsgebouw   2   94991  
(sm-27)   Vordenseweg 2 (Ruurlo)   Openbaar bestuur, medische, sociale, culturele, religieuze, educatieve en daarmee gelijk te stellen diensten, waarbij in het koetshuis één bedrijfswoning is toegestaan.   2   Divers, maar max cat 2  
(sm-28)   Oude Diepenheimse-weg 22 (Geesteren)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-29)   Oude Diepenheimse-weg 18a (Geesteren)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-30)   Oude Diepenheimse-weg 18 (Geesteren)   Scouting   2   94991  
(sm-31)   Hontjerweg 1 (Neede)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-32)   Visschemorsdijk 18 (Neede)   Zorgboerderij   2   852, 8531  
(sm-33)   St. Isidorushoeveweg 6 (Rietmolen)   Zorgcentrum   2   871  
(sm-34)   Gotinkveldweg 3 (Ruurlo)   Scouting   2   94991  
(sm-35)   Lintveldseweg 17 (Eibergen)   Clubgebouw klootschietvereniging   2   94991  
(sm-36)   Oude Needseweg 3 (Eibergen)   Scoutingterrein   2   94991  
(sm-37)   Haaksbergseweg 27a (Eibergen)   Begraafplaats   1   96031  
(sm-38)   Rekkense Binnenweg 7-9 (Eibergen)   Verenigingsgebouw   2   94991  
(sm-39)   Slotmansweg 6 (Eibergen)   Hondenpension   3.2   9609  
(sm-40)   Barchemseweg 30 (Borculo)   Paardenkliniek   1   8621, 8622, 8623  
(sm-41)   Van Ouwenallerlaan 6 (Rekken)   School   2   852, 8531  
(sm-42)   Severtweg 6 (Beltrum)   Kinderdagverblijf (dagopvang)   2   8891  
(sm-43)   Kerkdijk 10 (Eibergen)   Praktijk voor bodystressrelease   1   8621, 8622, 8623  
(sm-44)   Zwilbroekseweg 42-46 (Eibergen)   Militair kamp (kazerneterrein)   3.1   8422
 
(sm-45)   Zwilbroekseweg 50 (Eibergen)   Kennel/dierenpension   3.2   9609  
(sm-46)   Hagensweg 13 (Eibergen)   Militair terrein, antenneveld (At)   2   8422
 
(sm-47)   Drostlerweg 2 (Eibergen)   Kinderboerderij   2   91041  
(sm-48)   Noachweg 1 (Eibergen)   Militair terrein, antenneveld met gebouwen (An) (hoofdantenneveld)   2   8422
 
(sm-49)   Zwilbroekseweg, achter nr. 54 (Eibergen)   Centrum voor natuureducatie   1   9101, 9102