direct naar inhoud van Artikel 4 Groen - Landschapselement
Plan: Buitengebied, Erve Giegink Borculo 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20120006-0100

Artikel 4 Groen - Landschapselement

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen – Landschapelement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van landschapelementen en bos;
  • c. (onverharde) paden en wegen;
  • d. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik.

4.2 Bouwregels

Op of in de gronden met de bestemming 'Groen - Landschapselement' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

4.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgend voorwaarden:

  • a. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen 3 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,45 m onder maaiveld;
  • b. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
  • c. het verwijderen of rooien van bos-, natuur-, en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder productiefunctie;
  • d. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.

4.3.2 Uitzonderingen

Het in 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaameden die:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het moment van inwerkingtreding van dit plan;
  • c. vallen onder de werking van de Boswet.

4.3.3 Toelaatbaarheid

De in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, het inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden;
  • b. indien noodzakelijk wordt er voorzien in voldoende boscompensatie.