direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - Landgoed
Plan: Buitengebied, Erve Giegink Borculo 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20120006-0100

Artikel 9 Wonen - Landgoed

9.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • c. terras, tuinen en erven;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting en landschappelijke inpassing;
  • f. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals water, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
  • c. per bouwvlak zal ten hoogste één woning worden gebouwd;
  • d. de inhoud, exlusief kelder, van de totale woning mag niet meer bedragen dan 3000 m³, tenzij de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan 3000 m³, in welk geval de bestaande inhoud van de woning(en) als maximum geldt;
  • e. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen niet meer dan 12 m respectievelijk 16 m bedragen.

9.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bijgebouwen zullen tenminste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de bijgebouwen moeten ter plaatse van de aanduiding bijgebouwen (bg) worden gerealiseerd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • d. de goothoogte van een bijgebouw zal aan één zijde ten hoogste 3,5 m bedragen, voor de andere zijde geldt een maximale goothoogte van 5 m;
  • e. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 9 m bedragen.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • e. de hoogte van terrashooibergen, met inbegrip van de palen, mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 25 m²
9.3 Specifieke gebruiksregels

met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende voorwaarden:

  • a. aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²;
  • b. detailhandel is niet toegestaan;
  • c. het gebruiken van bijgebouwen ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is in een vrijstaand gebouw niet toegestaan;
  • d. het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen is niet toegestaan.
  • e. de woning binnen de bestemming 'Wonen - Landgoed' mag niet in gebruik worden genomen als niet aan de volgende voorwaarde is voldaan:
    • 1. aanleg en instandhouding van de landschappelijke elementen en paden zoals genoemd in het "Inrichtings- en beheersplan Landgoed Erve Giegink, Borculo" en die als bijlage bij deze regels is gevoegd, dient binnen de op de verbeelding aangewezen bestemmingen 'Verkeer' en 'Groen - Landschapselement' te hebben plaatsgevonden en verzekerd te zijn.

9.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • de situering van de bebouwing;
  • de maatvoering van de bebouwing;
  • dakhelling van de gebouwen;
  • de inrichting van de niet bebouwde terreingedeelten;

ten behoeve van:

  • a. de bescherming van de landschapswaarden;
  • b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.