Plan: | Buitengebied, Erve Giegink Borculo 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1859.BPBGB20120006-0100 |
Beoordelingskader
Voor de beoordeling van geurhinder van veehouderijen gelden de volgende kaders:
Wet geurhinder en veehouderij
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is van toepassing op vergunningplichtige veehouderijen. Het betreft alle bedrijven die niet onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer vallen (met name intensieve veehouderijen). De Wgv maakt onderscheid tussen twee situaties:
Dit leidt tot twee verschillende manieren van beoordelen (zie onderstaand kader).
Voor de berekening van de geurbelasting zijn twee verspreidingsmodellen beschikbaar: V-Stacks Vergunning en V-Stacks Gebied. Die hebben elk hun eigen toepassingsgebied (zie onderstaand kader).
Bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen zijn drie stappen te onderscheiden:
Voor veehouderijen met vaste afstanden is de systematiek vergelijkbaar. De grens van het agrarisch bouwblok geldt daarbij in principe als meetpunt. Een uitzondering valt te maken voor situaties waarbij bestaande beperkingen meer bepalend zijn voor de uitbreidingsmogelijkheden van een veehouderij. Dan geldt afhankelijk van de situatie de rand van de stal of het emissiepunt als meetpunt.
Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland
De gemeente Berkelland heeft gebruik gemaakt van de in de Wet geurhinder en veehouderij opgenomen mogelijkheid tot het voeren van een eigen geurbeleid. De raad heeft bij besluit van 9 december 2008 de Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland vastgesteld.
Deze verordening is op 1 juli 2009 in werking getreden. Daarbij zijn de zeven kleine kernen (Beltrum, Geesteren, Gelselaar, Haarlo, Noordijk, Rekken en Rietmolen) aangewezen als gedeelte van het gemeentelijk grondgebied waarvoor een andere waarde en afstand van toepassing zijn.
Op grond van de verordening geldt binnen deze kernen 6,0 odour units per kubieke meter lucht als maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij. Daarnaast geldt een minimale afstand van 75 meter voor veehouderijen waarvoor geen berekening van de geuremissie mogelijk is (met uitzondering van onder het Besluit landbouw milieubeheer vallende veehouderijen).
Besluit landbouw milieubeheer
Het Besluit landbouw is onder meer van toepassing op melkrundveehouderijen, paardenhouderijen en kleinschalige veehouderijen. Anders dan de Wgv onderscheidt het Besluit landbouw milieubeheer meer dan twee omgevingscategorieën. Het besluit kent een indeling van categorie I tot en met V. Daarbij gelden de volgende afstanden:
Anders dan bij de Wgv hoeft niet per se sprake te zijn van een gebouw. Zo zijn de onbebouwde delen van kampeerterreinen, sportvelden en speeltuinen volgens de Wgv niet geurgevoelig, maar volgens het Besluit landbouw milieubeheer wel. Belangrijk aandachtspunt: voor onder het Besluit landbouw milieubeheer vallende bedrijven is de afstand van 75 meter uit de geurverordening niet van toepassing. Het besluit biedt namelijk geen ruimte om af te wijken van de minimaal in acht te nemen afstanden.
Overwegingen
De aangevraagde ontwikkeling vindt plaats buiten de bebouwde kom. Volgens het Besluit landbouw milieubeheer gaat het bij woningen in dit soort omgeving om objecten in categorie III. In de directe omgeving van deze locatie bevinden zich geen veehouderijen. Zie daarvoor onderstaande afbeelding (een uitsnede van de kaart van de geurbeoordeling uit het MER voor het nieuwe bestemmingsplan buitengebied). Overigens heeft de meest nabijgelegen veehouderij (Stikkersweg 3) de bedrijfsvoering inmiddels beëindigd. Het is dus duidelijk dat de nieuwe woningen ver buiten de geurcontouren van veehouderijen liggen. In het tussenliggende gebied is bovendien sprake van bestaande burgerwoningen, die eerder beperkend voor de uitbreidingsmogelijkheden van veehouderijen zijn dan de nieuwe woningen. De nieuwe woningen komen immers op grotere afstand van deze veehouderijen te liggen.
Figuur 15 Veehouderijen met contour