5.5 Planopzet
In dit plan zullen de randvoorwaarden voor grond en gebouwen staan. Het geeft aan welk gebruik en welke bebouwing mogelijk zijn.
Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de horeca, de maatschappelijke voorzieningen en de woningen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen tot 0,50 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
-
b. overkappingen mogen tot ten hoogste 0,50 meter voor de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 100 m2 en 60% van de oppervlakte van het erf;
-
d. in afwijking van wat eerder in de bouwregels per bestemming is aangegeven, mag één erker voor de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, waarbij de diepte van de erker ten hoogste 1,50 meter mag bedragen. De bouwhoogte van de erkers mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte tot maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
-
e. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,25 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
-
f. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 6 meter bedragen, met dien verstande dat zij tenminste 1 meter onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal blijven en zij voor plat afgedekte aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 4 meter mag bedragen.