direct naar inhoud van 5.2 Toelichting op de regels
Plan: Eibergen, Bedrijventerreinen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPEBG20110004-1000

5.2 Toelichting op de regels

5.2.1 Bestemmingsregels

Bedrijf - Nutsvoorziening
Het gasontvangststation aan de Mors is specifiek bestemd.

Bedrijventerrein
Staat van bedrijfsactiviteiten/milieuzonering
In de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn bedrijven toegestaan die zijn vermeld in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels. Met aanduidingen op de verbeelding is bepaald welke categorie bedrijven waar is toegestaan (maximaal categorie 4.2). In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om afstanden van bedrijven tot woonbebouwing die is gelegen in een "rustig woongebied" (of uiterlijk op de rand daarvan). Dit houdt in dat de afstanden die zijn genoemd ten aanzien van een "rustige woonwijk" van toepassing zijn. De bij een bepaald bedrijf aangegeven grootste afstand is bepalend voor de categorie-indeling:

grootste afstand 'rustige woonwijk'   categorie  
10 m   1  
30 m   2  
50 m   3.1  
100 m   3.2  
200 m   4.1  
300 m   4.2  

Zo zijn binnen een bestemmingsvlak in de directe nabijheid van woonbebouwing bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 vallen. Op een afstand van 30 m tot 50 m zijn bedrijven in de categorieën 2 of 3.1 toegestaan. Daar waar gewenst is afgeweken van deze maat. Dit is in gevallen gedaan waar in de huidige situatie zich geen problemen voordoen.

Bestaande bedrijven die als zodanig in een hogere categorie vallen dan ter plaatse blijkens de categorie-aanduiding is toegestaan, zijn bestemd via een specifieke aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ...'. Het gaat hier om de volgende bedrijven:

  • Mors 1 t/m 5: assemblage van elektromotoren;
  • Kiefteweg 12: drukkerij;
  • Kiefteweg 2: groothandel in bouwmaterialen;
  • Mors 8: productie van diervoeding.

De specifieke bestemming houdt in dat de huidige activiteiten kunnen worden gecontinueerd. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee een specifieke aanduiding kan worden verwijderd als vast komt te staan dat dat bestaande bedrijf daar niet meer wordt uitgeoefend. Daarna kan op die plaats alleen nog een bedrijf worden toegestaan, dat binnen de aangeduide categorie valt.

Als zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 3.2, waar categorie 3.1 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats als recht, in dit geval dus 3.1, zijn toegestaan. In de daartoe opgenomen procedure van ontheffing kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. Deze afwijkingsprocedure zal in de praktijk gelijk oplopen met de toetsingsprocedure van de beoogde bedrijfsactiviteiten in het kader van de Wet milieubeheer.

De bestaande verkooppunten voor motorbrandstoffen, met LPG, zijn specifiek aangeduid. Ter plaatse of in plaats daarvan kunnen andere bedrijven zich vestigen, conform de bestemming.

"Mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen" Wet geluidhinder
De vestiging van "mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen", in de zin van de Wet geluidhinder, is in dit gebied niet toegestaan. Dergelijke bedrijven zouden een te groot beslag leggen op de milieuruimte in het gebied en daarmee op de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven.

Wegen en andere bijbehorende voorzieningen
Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast bedrijfsvestigingen ook wegen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, ter ontsluiting van de betreffende bedrijven. Tevens zijn fiets- en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes e.d. toegestaan.

Bevi's
In het plangebied komen "bevi's" voor: inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, met een bepaald veiligheidsrisico buiten de inrichting. De twee verkooppunten voor motorbrandstoffen met LPG betreffen bevi's. Rond de bevi's is een "veiligheidszone - bevi" aangeduid, zodanig dat buiten die zone niet het -maatgevende- plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar wordt veroorzaakt. Het plaatsgebonden risico is in het Besluit externe veiligheid inrichtingen omschreven als: "risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is". Bijvoorbeeld bedrijven, waarin koel- en vriesopslag plaatsvindt of kan plaatsvinden, kunnen een bevi zijn, vanwege de mogelijke toepassing van ammoniak als koel-/vriesmiddel.

De plaats van de feitelijke risicobron van de bevi, binnen de betreffende "veiligheidszone - bevi", is voldoende bepaald; de risicobron zou fysiek binnen de veiligheidszone kunnen verschuiven, maar dan blijft gelden dat buiten de aangeduide veiligheidszone niet een plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar mag worden veroorzaakt. Het risico van een risicobron / bevi kan ook afnemen doordat ter zake technische maatregelen (bijv. een ander brandblussysteem) worden getroffen.

Naast de bestaande bevi, binnen een "veiligheidszone - bevi", zijn in het plan geen nieuwe bevi's toegestaan. Binnen een "veiligheidszone - bevi" zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan. Het betreft in dit kader met name kantoren groter dan 1500 m² per object en ruimten voor kinderopvang.

Naast de tankstations komen nog andere risicobronnen voor die een veiligheidszone op de plankaart hebben gekregen (dit zijn geen bevi's). Het betreft hier het gasdrukregelstation aan de Borculoseweg 48 en de gasflessenopslag van het bedrijf Te Koppele. Hiervoor is de aanduiding 'veiligheidszone- plaatsgebonden risico' opgenomen.

Leidingen
Door het plangebied lopen verschillende leidingen (gas en riool) die met een zone zijn opgenomen op de verbeelding. Binnen deze zone gelden beperkingen ten aanzien van (bodem)werkzaamheden.

Bouwregels
Aan het bouwen van gebouwen op bedrijventerreinen zijn alleen die eisen aan de situering, oppervlakte en andere maatvoering gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen.

In dat kader dienen gebouwen binnen bouwvlakken te worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen.

De hoogtemaat van de gebouwen is zo veel mogelijk gelijkgesteld. Daar waar afwijkingen zijn, zijn aparte aanduidingen op de plankaart opgenomen. Bijzondere bouwbepalingen zijn opgenomen voor kantoorruimten op bepaalde locaties; dit is om een doelmatig ruimtegebruik te bevorderen en de ruimtelijke uitstraling te versterken.

In dit plangebied zijn alleen ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" bestaande bedrijfswoningen toegestaan. In een moderne bedrijfsvoering is een bedrijfswoning in principe geen noodzaak meer en bovendien kunnen bedrijfswoningen belemmeringen, met name qua milieuruimte, opleveren voor omliggende bedrijven.

Conform de gemeentelijke standaard zijn nadere eisen opgenomen met betrekking tot de plaats en afmeting van bebouwing.

Afwijken van bouwregels
Het bestemmingsplan bevat ontheffingsmogelijkheden betreffende het bouwen van ondergeschikte gebouwen buiten het bouwvlak, de minimumafstanden tot perceelsgrenzen en de toegestane bouwhoogten.

Specifieke gebruiksregels
Op de verbeelding is een representatieve zone opgenomen op basis van de vigerende bestemmingsplannen. Hierin zijn regels opgenomen ten aanzien van opslag, stalling en parkeren om voor delen van het terrein de beeldkwaliteit te behouden dan wel te bevorderen.

Afwijken van de gebruiksregels
Er is een regeling opgenomen waarmee het bevoegd gezag af kan wijken van de gebruiksregels in die zin dat bedrijven die in een hogere milieucategorie vallen dan algemeen toelaatbaar is, toch toegelaten kunnen worden. Bevi-inrichtingen, vuurwerkinrichtingen en Wgh-inrichtingen zijn hiervan uitgezonderd.

Gemengd-1
De bestemming Gemengd-1 is gegeven aan de bedrijven op het terrein Vrijersmaat aan de Groenloseweg. Deze bestemming is gebaseerd op het vigerende bestemmingsplan en is gericht op een menging van functies waarbij sprake is van (detailhandel)bedrijven en kantoren die weinig hinder voor de omgeving met zich mee brengen.

Groen
Deze bestemming is mede bedoeld om de karakteristieke groene ruimten in het plangebied vast te leggen.

Verkeer-Verblijfsgebied
Deze bestemming geldt voor 30km-wegen en heeft betrekking op in het plangebied voorkomende dan wel daarvoor aangewezen wegen, straten en voet- en fietspaden. Deze wegen hebben ook deels een verblijfsfunctie en zijn kleinschaliger van aard dan de wegen met de bestemming 'verkeer'.

Water
De hoofdwatergangen zijn als zodanig bestemd op de verbeelding.

Waarde-Archeologische Verwachting 1, 2 en 3
Voor de bestemming WR-AV 1 geldt dat voor het bouwen in principe een onderzoeksrapport nodig is, dan wel andere informatie omtrent de archeologische situatie ter plekke moet worden overgelegd. Dit is niet het geval bij bouwwerken kleiner dan 100 m2 en wanneer de ingreep minder diep reikt dan 40 cm onder het maaiveld of wanneer op, dan wel maximaal tot 2,50 m uit de fundering wordt gebouwd. Voor de toelaatbaarheid van de vergunning is een advies van de archeoloog vereist. Verder kunnen aan de vergunning voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden.

Verder geldt voor diverse werkzaamheden nog een vergunningplicht. Ook hiervoor geldt dat een onderzoeksrapport dan wel andere goed bevonden informatie is vereist ter beoordeling van de toelaatbaarheid. De archeoloog wordt ook hier gehoord zodat het bevoegd gezag zich een goed beeld kan vormen ten aanzien van de toelaatbaarheid van de ingreep. Ook aan deze vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden.

Voor de bestemmingen WR-AV 2 en WR-AV 3 gelden iets minder strenge regels. De regels verschillen voor wat betreft de toegestane oppervlakte en diepte van de gebouwen en de diepte van de werkzaamheden waarvoor geen vergunning is vereist.

5.2.2 Algemene overgangsregels

Anti-dubbeltelbepaling
Ingevolge het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dient deze bepaling met deze formulering in de regels van een bestemmingsplan te worden opgenomen.

Algemene bouwregels
Deze regel dient om maten en percentages die in het verleden legaal zijn gerealiseerd, maar die van het plan blijken af te wijken, als recht in het nieuwe plan toe te staan. Zonder deze bepaling zouden die situaties (mogelijk) onder het overgangsrecht gaan vallen en niet als recht zijn toegestaan, maar slechts worden gedoogd. Deze bepaling versterkt de rechtszekerheid.

Algemene gebruiksregels
In de algemene gebruiksregels zijn bepaalde vormen van gebruik expliciet als strijdig gebruik aangemerkt. In het kader van het gemeentelijk beleid betreffende dergelijke inrichtingen wordt vestiging daarvan in het onderhavige gebied niet wenselijk geacht en daarom ook niet toegestaan.

Er zijn in dit artikel tevens parkeernormen opgenomen.

Algemene aanduidingsregels
Binnen de veiligheidszone LPG en de veiligheidszone plaatsgebonden risico is een regeling opgenomen dat de vestiging van kwetsbare objecten niet is toegestaan. Eenzelfde regeling is opgenomen voor twee installaties waarbij sprake is van een plaatsgebonden risico.

Een groot deel van het terrein De Jukkenbarg ligt in een grondwaterbeschermingsgebied. Ten behoeve van deze bescherming is een aanduiding opgenomen die regelt dat voor werkzaamheden eerst toestemming gekregen moet worden van het bevoegd gezag. Opgemerkt wordt dat hierbij getoetst zal worden aan de regels uit de Provinciale milieuverordening Gelderland.

Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen op de in dit artikel genoemde, relatief ondergeschikte punten afwijken van de bepalingen van het plan. Het gaat daarbij om het realiseren van nutsvoorzieningen van beperkte omvang, ondergeschikte afwijkingen van diverse in het plan getrokken grenzen, het in beperkte mate afwijken van de diverse maten en percentages en het -onder voorwaarden- bouwen van antenne- en telecommasten.

Wijzigingsbevoegdheden
Het plan bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee tijdens de looptijd van het plan, desgewenst grenzen tussen bestemmingen en grenzen van aanduiding kunnen worden verschoven. Met deze wijzigingsmogelijkheid kan het plan ook in de toekomst op een goed controleerbare en doseerbare wijze flexibel worden gehouden.


Overgangsregels
Ingevolge het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dienen de overgangsregels met deze formulering in de regels van een bestemmingsplan te worden opgenomen.