direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Neede, Bedrijventerreinen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPNDE20110005-0100

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Streekplan Gelderland

Het Streekplan Gelderland 2005 is door Provinciale Staten van Gelderland vastgesteld op 29 juni 2005. Een streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen in de komende 10 jaar. Dit streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland 2005 de status van een structuurvisie gekregen. In 2011 is de Ruimtelijke verordening van kracht geworden. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.

De hoofddoelstelling van het Gelders ruimtelijk beleid voor de periode 2005-2015 is om de ruimtebehoefte in regionaal verband zorgvuldig te accommoderen en te bevorderen op een zodanige manier dat publieke (rijk, provincie, gemeenten, waterschappen) en private partijen de benodigde ruimte vinden. Dit op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt en die gebruik maakt van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken.

Hierbij hanteert de provincie de volgende subdoelen als uitwerking van de hoofddoelstelling:

  • sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • bevorderen van een duurzame toeristisch-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • de vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • de waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologische Hoofdstructuur realiseren;
  • de watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende water aan- en afvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

Bebouwd gebied
Volgens de beleidskaart ruimtelijke structuur van het Streekplan Gelderland 2005 is het bedrijventerrein Wheemergaarden, net als de kern Neede, aangemerkt als 'bebouwd gebied'. Ten aanzien van bebouwd gebied is bepaald dat eventuele stedelijke ontwikkelingen in eerste instantie hierbinnen plaatsvinden. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:

  • een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;
  • het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en –knelpunten door een duurzame planontwikkeling.

Voor de vernieuwing van het bestaand bebouwd gebied wil de provincie dat in de streekplanperiode:

  • de (in WGR-verband) samenwerkende gemeenten hun ambitie voor herstructurering en intensivering (inbreiding) van bestaand bebouwd gebied vastleggen;
  • de (in WGR-verband) samenwerkende gemeenten hun ambitie voor revitalisering van het huidige areaal aan bedrijventerrein vastleggen.

Bij transformaties (functieverandering van plekken) in bestaand bebouwd gebied gelden de volgende aanknopingspunten:

  • bij gunstige openbaar vervoerlocaties: passende publieksfuncties;
  • bij gunstige weglocaties: gemengde of specifieke (werk)functies (met goede wegontsluiting) hinderlijke/verouderde werkfuncties in de woonomgeving transformeren naar woonfuncties.

Volgens de beleidskaart 'ruimtelijke structuur' van het Streekplan Gelderland 2005 is De Russchemors nog aangemerkt als 'multifunctioneel gebied'. Op deze gebieden is geen expliciete provinciale sturing gericht. Er is sprake van toelatingsplanologie.

Regionale waterberging
Ten zuidwesten van Wheemergaarden is een gebied aangewezen als zoekgebied voor waterberging. De waterbergingsgebieden maken deel uit van het groenblauwe raamwerk. Deze zijn bedoeld voor het tijdelijk bergen van water uit het regionale watersysteem ten tijde van grote neerslaghoeveelheden. In waterbergingsgebieden is functieverandering die het tijdelijk bergen van water frustreert, zoals verstedelijking, aanleg van bedrijventerreinen en hervestiging van glastuinbouw, uitgesloten.

Aangezien het voorliggende bestemmingsplan een conserverend plan is, worden er vrijwel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het gebied aangewezen voor waterberging komt dus niet in gevaar. Het bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen is in overeenstemming met het ruimtelijke beleid van de provincie Gelderland.

3.2.2 Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties

Op 30 juni 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt het bedrijventerreinenbeleid uit het Streekplan Gelderland 2005.

De structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het structuurvisiebeleid als gevolg van de volgende ontwikkelingen:

  • toekomstprognoses wijzen erop dat na 2020 de vraag naar bedrijventerreinen sterk afneemt. Vanaf 2025 is er zelfs sprake van krimp;
  • maatschappelijk is er weerstand tegen de verrommeling van het landschap ontstaan. Dit vertaalt zich in de vraag naar meer regie van de provincie op het (her)ontwikkelen van de juiste kwaliteit bedrijventerrein op de juiste plek.


Uitgangspunt van het nieuwe beleid is dat eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Voldoende ruimte voor bedrijvigheid blijft een beleidsuitgangspunt, maar overschot aan bedrijventerreinen moet worden voorkomen. Verder vraagt de provincie Gelderland aan de gemeenten om extra aandacht te besteden aan kwalitatieve aspecten, zoals een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldige vormgeving en een zo laag mogelijke milieubelasting.

Aangezien het voorliggende bestemmingsplan de actuele situatie vastlegt, past dit plan binnen het beleid van de provincie.