direct naar inhoud van 4.8 Licht
Plan: Ruurlo, Willibrordusschool en sportvelden 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPRLO20090009-1000

4.8 Licht

Voor dit plan is een lichtonderzoek uitgevoerd (Sportpark Ruurlo, Lichthinder van de sportvelden naar de omgeving , Grontmij Nederland B.V., Amersfoort, 16 november 2011).

Bij het ontwerp van sportveldverlichting gaan we uit van de NEN 12193, aanbevelingen van de NOC/NSF, NSvV en de relevante sportbonden. Ook de invloed van de sportveldverlichting op de omgeving is van belang. Een goed ontwerp houdt hier rekening mee en voorkomt lichthinder en verblinding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1859.BPRLO20090009-1000_0020.jpg"

Afbeelding 15: Overzicht nieuwe inrichting plangebied

  • 1. Hoofdveld VV Ruurlo (verlicht)
  • 2. Speelveld VV Ruurlo (verlicht)
  • 3. Trainingsveld/klein veld VV Ruurlo (verlicht)
  • 4. Nieuwbouwomgeving
  • 5. Nieuwbouw scholen (plan in ontwikkeling)

De verlichting op de sportaccommodatie wordt op basis van omgevingszone E3 gekenmerkt als “stedelijk gebied” voor de gemeente Berkelland. Deze omgevingszone wordt door de gemeente Berkelland ook uitgedragen.

Om na te gaan of er sprake is van lichthinder van de sportvelden naast het nieuw te ontwikkelen woongebied moeten lichtberekeningen gemaakt worden van de nieuwe verlichtingsinstallatie. Deze berekeningen kunnen worden gemaakt met een simulatieprogramma.

Uitgaande van het feit dat de verlichting wordt uitgeschakeld na 23.00 uur zijn de volgende grenswaarden genoemd bij dag en avond genoemd van maximaal:

  • 1. Verlichtingssterkte op de gevel (hoogte 1,8 m + vloerhoogte): 10 lux.
  • 2. Lichtsterkte van elk armatuur: 10.000 cd.

Door het toe passen van de juiste materialen, juiste armaturen, goede spiegelinstelling, ect, kan lichthinder zoveel mogelijk worden beperkt. Dit zal getoetst moeten worden aan de hand van de gestelde normen en richtlijnen.

Worden er in de omgeving van de sportaccommodatie ook nog appartementen gebouwd dan dient voor ieder verdiepingsvloer deze omgevingszone te worden toegepast, naarmate men hoger gaat bouwt dient de hinder af te nemen. Hiermee wordt eveneens voldaan aan de opwaartse lichthinder direct naar boven.

Na aanleg van de sportaccommodatie kunnen lichtmetingen worden verricht om vast te stellen of er daadwerkelijk geen hinder wordt veroorzaakt aan de omgeving en of de installatie goed is geïnstalleerd. Zoals deze in de lichtberekeningen is bepaald en vastgelegd met de draai- en tilthoek van alle armaturen afzonderlijk.

Het verkomen van lichthinder wordt onderbouwd door een lichtberekening voor de betreffende locatie van de nieuwe sportvelden. Deze lichtberekening is als bijlage bij dit rapport toegevoegd. In de berekening is gekozen voor armaturen met verschillende uitstralingshoeken, zodat naar de omgeving geen hinder ontstaat.

In de lichtberekening is te lezen dat er voldaan kan worden aan de gestelde omgevingszone en normen voor de sportvelden. De gestelde omgevingszone E3 wordt ruim gehaald doordat er maar op een aantal punten boven de 7500 cd komen.

Voor de verticale verlichtingssterkte zijn er cilindrische berekeningspunten gebruikt, hierbij komen de berekende waardes niet boven de maximale 10lux.Hiermee wordt er ook voldaan aan de gestelde grenswaarden bij omgevingszone E3.