direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied, FPC Oldenkotte 2010
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20100005-1000

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een centrum voor forensisch psychiatrische zorg, met bijbehorende voorzieningen, gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en beplanting alsmede water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • b. een inrit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - inrit';

met daarbij behorende:

  • c. gebouwen ten behoeve van woonverblijven;
  • d. bebouwing ten behoeve van sportvoorzieningen;
  • e. dienstgebouwen ten behoeve van de inrichting;
  • f. bebouwing ten behoeve van onderwijsvoorzieningen;
  • g. bebouwing ten behoeve van medische voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten bedraagt 12 m;
  • b. de maximale bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt 6 m;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt 4 m.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie (in de omgeving);
  • c. de parkeersituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.
4.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in artikel 8 genoemde voorbereidingsprocedure.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen en rooien van houtgewas;
  • b. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en (weide)poelen, alsmede het aanleggen van onderbemalingen.
4.4.2 Weigeringsgronden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

4.4.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangehaalde omgevingsvergunning.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het opnemen van een nieuw bouwvlak binnen deze bestemming, ten behoeve van een nieuwe ontwikkeling;
  • b. het aanpassen van een bouwvlak binnen deze bestemming, ten behoeve van een nieuwe ontwikkeling;

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bouwvlakken binnen de bestemming niet toeneemt;

  • c. het verwijderen van een bouwvlak binnen deze bestemming, mits er geen bebouwing meer aanwezig is binnen het betreffende bouwvlak en ter plaatse geen gebouwen worden gebouwd.