direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Buitengebied Berkelland 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB2012-0010

Artikel 15 Recreatie - Recreatiewoning

15.1 Bestemmingsomschrijving

De als 'Recreatie - Recreatiewoning'aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen;
  • b. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting, waaronder beplanting ten behoeve van landschappelijke inpassing;
  • c. (onverharde) paden en wegen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Er mag niet meer dan één recreatiewoning per bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De inhoud van een recreatiewoning mag inclusief kelder en (aangebouwde) bijgebouwen niet meer bedragen dan 300 m³.
  • c. De oppervlakte van een recreatiewoning, inclusief (aangebouwde) bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2.
  • d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • e. De bouwhoogte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 7 m.
  • f. Bij een recreatiewoning mag één bijgebouw worden gebouwd op voorwaarde dat:
    • 1. de gezamenlijke inhoud van de recreatiewoning en het bijgebouw niet meer bedraagt dan 300 m³;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijgebouw niet meer bedraagt dan 75 m²;
  • g. De afstand tussen de gevel van een vrijstaand bijgebouw en de gevel van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • h. De goothoogte van een bijgebouw bij een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • i. De bouwhoogte van een bijgebouw bij een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 3 m.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende

voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen deze bestemming mag de recreatiewoning niet worden gebruikt voor permanente bewoning.