Plan: | Panovenweg Dr. Slotlaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1859.BPBGB20090021-1000 |
De op de verbeelding voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van:
1. maatschappelijke hulpverlening en dienstverlening met gesloten en open behandeling, in bijvoorbeeld een justitiƫle inrichting, met maximaal128 plaatsen;
2. ter plaatse van de aanduiding onderwijs een onderwijsinstelling (on), met maximaal128 plaatsen;
met de daarbij behorende:
b. groenvoorzieningen;
c. bermen en beplanting;
d. paden;
e. waterlopen en waterpartijen;
f. retentie- en infiltratievoorzieningen;
g. tuinen, erven en terreinen;
h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
i. nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
j. een ontsluitingsroute ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
met de voorwaarde:
k. dat het pas toegestaan is om deze bestemming te gebruiken of te bebouwen als conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtings- en beheerplan de groenzones worden gerealiseerd en in stand gehouden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, uitgezonderd een fietsenstalling en berging met een oppervlakte van 130 m2 ;
b. de totale oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak mag niet meer dan 40 % bedragen;
c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer dan 7 m respectievelijk 10 m bedragen, of, in voorkomend geval, niet meer dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" is aangegeven.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 5 m bedragen;
b. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
c. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 5 m bedragen;
d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
- de situering van de bebouwing;
- de maatvoering van de bebouwing
- de dakhelling van de bebouwing;
- de inrichting van de niet bebouwde terreingedeelten;
ten behoeve van:
a. de bescherming van landschapswaarden;
b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
c. de woonsituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de sociale veiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.