Buitengebied, Camping 't Hölterveld 2011

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Natuur (Artikel 3)

Functie

Gronden met de bestemming "Natuur" zijn met name bedoeld voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden. Daarnaast is deze bestemming onder andere bedoeld voor water en de waterhuishouding, recreatief medegebruik in de vorm van fiets-, voet-, en/of ruiterpaden en natuurvriendelijke oevers langs watergangen. Daarbij behorend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden en doeleinden van openbaar nut.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming "Natuur" zijn geen gebouwen toegestaan. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn binnen deze bestemming toegestaan.

Recreatie - Verblijfsrecreatie (Artikel 4)

Functie

Gronden met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" zijn met name bedoeld voor verblijfsrecreatieve voorzieningen, de bestaande bedrijfswoning(en), sanitaire voorzieningen en de daarbij behorende ondersteunende dagrecreatieve voorzieningen en ondergeschikte horeca ten dienste van de bestemming, gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, paden, verhardingen, tuinen en erven, water, en parkeer-, speel- en groenvoorzieningen. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein” is een parkeerterrein toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" is onderscheid gemaakt tussen gebouwen, bijbehorende bouwwerken voor bedrijfswoning(en), trekkershutten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Gebouwen (recreatieve gebouwen en bedrijfswoningen) mogen enkel binnen het op de verbeelding weergegeven bouwvlak worden gebouwd waarbij voor bedrijfswoningen een maximale inhoudsmaat van 750 m³ geldt (of niet meer dan de bestaande inhoud) en voor recreatieve gebouwen de bestaande oppervlakte de maximum oppervlakte is. In de regels zijn de maximale goot- en bouwhoogten voor gebouwen opgenomen.

Bijbehorende bouwwerken per bedrijfswoning mogen worden opgericht tot een maximale oppervlakte van 150 m². In de regels zijn de maximale goot- en bouwhoogte voor gebouwen opgenomen.

Trekkershutten zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - trekkershutten". In totaal zijn er binnen het plangebied 5 trekkershutten toegestaan. De maximale oppervlakte van één trekkershut mag niet meer dan 30 m² bedragen. De maximale bouwhoogte van een trekkershut mag niet meer dan 4 meter bedragen.

Tot slot mogen binnen deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hierbij is een onderscheid aangebracht tussen bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor informatie-, sport- en spelvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.