direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Buitengebied, Noachweg 9 Eibergen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20110013-1000

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • c. terras, tuinen en erven;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting;
  • f. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • g. Bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.


4.2 Bouwregels

4.2.1 Woningen en bijgebouwen bij woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Per bouwvlak is ten hoogste één woning toegestaan.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen per woning mag niet meer bedragen dan 100m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen.
  • c. De inhoud van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan 750 m³. Voor zover de bestaande inhoud meer bedraagt, geldt deze bestaande inhoud als maximum.
  • d. De goothoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 4,5 meter.
  • e. De bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 9 meter.
  • f. De goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
  • g. De bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 6 meter.


4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.


4.2.3 Paardenbakken

Voor het bouwen van paardenbakken gelden de volgende voorwaarden:

  • a. Paardenbakken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bestemmingsvlak.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij paardenbakken mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • c. De oppervlakte van paardenbakken mag niet meer bedragen dan 800 m².
  • d. Het bouwen van lichtmasten is niet toegestaan.

4.3 Afwijking van de bouwregels

4.3.1 Herbouw op andere locatie

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a voor het herbouwen van een woning op een andere locatie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De herbouw dient plaats te vinden binnen het bestemmingsvlak.
  • b. De herbouw dient op een andere locatie stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar te zijn.
  • c. De herbouw van de woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
  • d. De herbouw van de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygienisch verantwoord woon- en leefklimaat.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  • a. Aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de oppervlakte van de bedrijfswoning tot een maximum van 50 m2;
  • b. Detailhandel is niet toegestaan.
  • c. Het gebruiken van een gebouwen behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.
  • d. Het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen is niet toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.5.1 Afwijken ten behoeve van mantelzorg

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.4 onder c voor het toestaan van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De totale oppervlakte die voor mantelzorg in gebruik wordt genomen niet meer bedraagt dan 80 m².
  • b. Er mag geen zelfstandige woning ontstaan.
  • c. Er dient sprake te zijn van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • d. Er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • e. Er aantoonbaar behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden.