direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Buitengebied, Landgoed Oldenhorst Ruurlo 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1859.BPBGB20110027-1000

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • c. bed & breakfast;
  • d. hobbymatig houden van dieren;
  • e. terras, tuinen en erven;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting;
  • h. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • i. Bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

Met daarbijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde.

8.2 Bouwregels

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.2.1 Woningen

Voor woningen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste 1 woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste 2 wooneenheden zijn toegestaan;
  • b. de woning is uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak;
  • c. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 750 m³, tenzij de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan 750 m³, in welk geval de inhoud van een woning ten hoogste de bestaande inhoud zal bedragen;
  • d. De goothoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 4,5 meter, dan wel zoveel als bestaand;
  • e. De bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 9 meter, dan wel zoveel als bestaand;

8.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken per woning mag niet meer bedragen dan 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte van bijbehorende bouwwerken meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte bedraagt;
  • b. De goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 3,5 meter, dan wel zoveel als bestaand;
  • c. De bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 6 meter, dan wel zoveel als bestaand.

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. 8.1 ten behoeve van een hobbymatige paardenbak, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot woningen van derden niet minder bedraagt dan 50 meter;
    • 2. de oppervlakte van een paardenbak niet meer bedraagt dan 1.200 m2 .

8.4.1 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
8.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  • a. Aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m2;
  • b. Detailhandel is niet toegestaan;
  • c. Het gebruiken van een gebouwen behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • d. Het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen is niet toegestaan.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Afwijkingsbevoegdheden

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 8.1 onder a ten behoeve van mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk, mits:
    • 1. een indicatie voor mantelzorg is afgegeven;
    • 2. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 80 m2, met dien verstande dat het aansluitende erf voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd;
    • 3. het bijbehorend bouwwerk een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
    • 4. de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is, via het afsluiten van een privaatrechtelijke overeenkomst.
  • b. 8.1 ten behoeve van een hobbymatige paardenbak, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot woningen van derden niet minder bedraagt dan 50 meter;
    • 2. de oppervlakte van een paardenbak niet meer bedraagt dan 1.200 m2;

8.6.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de externe veiligheid, de milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnisch toelaatbaarheid.